Zoals u waarschijnlijk al in de pers hebt gelezen, heeft de regering begin juli een akkoord bereikt over de hervorming van de pensioenen.
Slechts één van deze maatregelen heeft betrekking op de aanvullende pensioenen. En zelfs dan zal het maar betrekking hebben op enkele personen.
De hoofdthema’s van de hervorming
Er zijn drie hoofdthema’s in het akkoord over de pensioenhervorming, waarvan de laatste invloed kan hebben op uw aanvullend pensioen als u een POZ (Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen), een IPT (Individuele Pensioentoezegging) of een groepsverzekering hebt.
Als u alleen een VAPZ of een sociaal VAPZ hebt, heeft dit dus geen betrekking op u.
- Het wettelijk minimumpensioen
De doelstelling van 1.500 euro netto voor het wettelijk minimumpensioen werd bereikt als gevolg van inflatie. De geplande 4e fase van verhogingen zal dus niet plaatsvinden.
Om het minimumpensioen toegankelijker te maken, zullen bepaalde thematische verloven in de toekomst gelijkgesteld worden met feitelijk werk
- 1ste januari 2025: wettelijke pensioenbonus
Vanaf 2025, als u de leeftijd hebt om het vervroegd wettelijk pensioen op te nemen en u beslist om te blijven werken, ontvangt u een “pensioenbonus”.
Deze bonus is forfaitair, vrij van belastingen en premies, hij wordt progressief verhoogd met elk “overgedragen” jaar tot een totaal van 22.465 euro na 3 jaar, en hij zal beginnen te tellen vanaf 1/7/2024.
- 1ste januari 2028: de Wijninckx bijdrage op hoge aanvullende pensioenen gaat van 3% naar 6%
Deze maatregel geldt alleen voor zeer hoge aanvullende pensioenen.
De Wijninckx-bijdrage is een bijzondere socialezekerheidsbijdrage. Ze is van toepassing op bepaalde loontrekkenden en zelfstandigen zodra de som van het wettelijk pensioen en het aanvullend pensioen (VAPZ, VAPZ via RIZIV, POZ en IPT/groepsverzekering), omgezet in een rente, een “pensioendoelstelling” overschrijdt die overeenstemt met het maximale wettelijk pensioen in de publieke sector.
Als de doelstelling wordt overschreden, wordt de 6% berekend over de toename van de aanvullende pensioenreserves in het betreffende jaar.
Wat te verstaan onder « hoog pensioen »?
De berekening hangt af van het aantal loopbaanjaren en verschillende coëfficiënten.
Bijvoorbeeld, voor een loopbaan van 32 jaar zijn bijdragen verschuldigd als de pensioenreserves hoger zijn dan 1.594.839,82 euro. Voor een loopbaan van 42 jaar is de drempel 2.093.226,05 euro.
Nb: de Wijninckx-bijdrage is enkel en alleen van toepassing als u een POZ, een IPT of een groepsverzekering hebt afgesloten. Vanaf het moment dat de bijdrage wordt toegepast, houdt de berekening rekening met alle aanvullende pensioenen van de 2e pijler (en dus ook met het VAPZ). Deze bijdrage moet worden betaald door de werkgever (in het geval van loontrekkenden), de vennootschap (in het geval van zelfstandigen in vennootschap) of de zelfstandige fysieke persoon (als deze een POZ heeft afgesloten).
Alleen zeer hoge pensioenen worden getroffen
Een concreet voorbeeld: Ellen, 32 jaar loopbaan in 2023
- heeft in totaal 815.000 euro aan POZ- en VAPZ-reserves
- betaalt jaarlijks 270.000 euro aan POZ (en recupereert zo 81.000 euro aan belastingvoordelen)
➤ Ellen zou over 3 jaar de impact van de Wijninckx-bijdrage kunnen voelen als zij hetzelfde niveau van jaarlijkse bijdragen handhaaft.
In dat geval, hoeveel zou ze dan moeten betalen?
De Wijninckx-bijdrage wordt berekend op het verschil in de pensioenreserve die tijdens het voorgaande jaar is opgebouwd.
Voor een verhoging van de reserve met 100.000 euro tussen 1 januari 2022 en 1 januari 2023, is een bijdrage van 3.016.8 euro verschuldigd in 2023. Vanaf 2028 zal dit bedrag verdubbelen, aangezien de Wijnincks-bijdrage zal stijgen van 3% naar 6%.
Geïnteresseerd in onze POZ of IPT? Bel ons op 0800 96 119 of vraag een afspraak.